Zij gingen het bos in en kwamen eruit als betere leiders.
Lennert (46) kwam net terug uit een burn-out en Susan (31) is dit jaar voor het eerst toegetreden tot het managementteam. Twee individuen die tegelijk met vijf andere collega’s twee dagen letterlijk het bos in werden gestuurd voor de Training Effectief Leiderschap.
Op kantoor, in een warme vergaderruimte, onder tl-verlichting, roert Susan in haar thee en drinkt Lennert zijn zoveelste kop koffie.
Wat leverde die bivak hen op als leidinggevende, als teamlid én als persoon?
Nou, hoe kijken jullie terug?
Lennert: “De meeste collega’s ken ik al best een tijdje. Het was goed dat we als groep uit onze routine werden getrokken. In een andere setting reageer je op een andere manier en leer je elkaar beter kennen.”
Susan: “Als ik eraan terugdenk, voel ik het vuurtje weer dat daar is aangewakkerd. Ik vond het wel spannend, als nieuweling in het managementteam; hoe zal de groep reageren? Het heeft de onderlinge band meteen sterk gemaakt.”
Lennert: “Het was fysiek soms best zwaar, en je kan je niet verschuilen hè, die trainers zien alles. Wat we geleerd hebben, bereik je niet met z’n allen aan een vergadertafel, of tijdens een etentje of door een cursus…”
Welk gevoel overheerst nu?
Lennert: “Ik denk vooral: had ik hem maar eerder gevolgd. Mijn valkuil is dat ik te veel hooi op mijn vork neem, dat ik de neiging heb om overal ‘ja’ op te zeggen, omdat ik de illusie heb dat ik vaak zelf de beste oplossing ben voor een probleem. Nou, dat haalden de trainers er feilloos uit…”
Susan: “Dat zit in ons allebei. Als mijn collega’s een lastig vraagstuk hebben, ben ik geneigd te helpen door het over te nemen. De trainers hebben mij wel laten zien dat dit niet de beste stijl van leidinggeven is.”
Lennert: “Die gasten waren echt goed hè?”
Susan: “We deden meerdere opdrachten, waarbij steeds iemand anders de leiding had. Die opdrachten werden echt gekozen om jouw valkuilen en je sterke punten boven water te krijgen.”
Op de vraag hoe Susan dit weet, geeft Lennert aan dit simpelweg gevraagd te hebben. De trainers hebben een heel arsenaal aan opdrachten, waaruit ze gedurende de tweedaagse kunnen kiezen.
Lennert: “Tijdens de training word je mentaal en fysiek uitgedaagd. Dat kan leiden tot onderlinge frustratie, of niet uitgesproken ergernissen die boven komen drijven. Dat is niet gebeurd. In mijn ogen is daarmee bevestigd dat het onderling wel goed zit…”.
Welke opdracht maakte op jou de meeste indruk?
Susan: “Voor mij de overnachting in de open lucht. We maakten zelf een overkapping, sprokkelden hout voor een kampvuur en moesten om-en-om de wacht houden. Dat is supergoed gelukt. Het regende, maar we bleven droog en het kampvuur bleef branden.”
Lennert: “Voor mij was dat toch echt de opdracht met de brancard.”
Susan knikt: “Toen merkte je wel een omslag in de groep, ja. Daar zijn we fysiek én mentaal een grens overgegaan, omdat we die opdracht écht wilden halen.”
Lennert: “Dat vond ik de moeilijkste opdracht van allemaal. Ik mocht niks doen, ja op de brancard liggen, de kaart lezen en richting wijzen. Ondertussen zag ik jullie kapotgaan, omdat jullie mij moesten tillen. Het liefst was ik afgestapt om te helpen sjouwen.”
De opdracht waar ze het over hebben was de vierde opdracht die ze als groep moesten doen. Elke opdracht heeft een fysiek én mentaal element, waarbij steeds één persoon de leiding heeft. De eerste drie opdrachten, met drie verschillende leiders, hadden ze als groep niet gehaald.
Met deze opdracht moest de groep een parcours door het bos afleggen, terwijl ze allerlei zware dingen tilden, zoals munitiekisten, balken en dus Lennert op een brancard.
Susan: “Waar die innerlijke motivatie vandaan kwam, weet ik niet, maar toen iemand een munitiekist op de grond zette én we dus de opdracht opnieuw moesten doen, gebeurde er iets. We móesten die opdracht nu halen. Als we weer opnieuw moesten beginnen, zouden we er simpelweg de kracht niet meer voor hebben.”
Lennert: “Daar is iedereen over een grens gegaan, hè? We hielpen elkaar. We motiveerden elkaar. Niemand zeurde. We zouden die opdracht nu halen!”
Susan: “En de opdracht daarna, haalden we in één keer.”
Lennert lachend: “Ja, dat was wel bizar. Iedereen was kapot, maar toch trokken we toen een sprintje van 10 minuten. Ik dacht toen ook ‘ik ga nu niet de beperkende factor zijn’.”
Zo voerde het managementteam, zeven man sterk, twee dagen allerlei opdrachten uit, onder toeziend oog van drie ex-militairen. Voor, na en tijdens elke opdracht geven zij feedback aan de deelnemers. En de deelnemers beoordelen elkaar.
Lennert: “Wat was jouw opdracht ook alweer?”
Susan: “Ik moest jullie over een parcours leiden, terwijl jij en Daisy geblinddoekt waren.”
Lennert lacht: “Oh ja, hoe vond je dat?”
Susan: “Daar kreeg ik wel een spiegel voor hè? Doordat ik ingreep als leider zijnde, raakte jij ontregeld.”
Lennert: “De opdracht ging eigenlijk best goed. Ronald en ik tilden een balk en hij leidde mij de weg. Ik zag niks, maar volgde hem gewoon. Tot jij besloot om Ronald te vervangen.”
Susan: “We kwamen bij die sloot aan. Dus ik dacht dat ik jullie zou ontlasten, door het even over te nemen. Maar ik doorbrak juist een comfortabele situatie.”
Lennert: “Ik was geblinddoekt en moest ineens op iemand anders vertrouwen…’
Susan: “Tja, ik wilde zelf de touwtjes in handen krijgen, maar dat werkte averechts.”
Lennert: “Een goeie les.”
Susan: “Wat me ook aansprak was het persoonlijke schild dat we maakten.”
Lennert: “Dat schild hangt bij mij thuis, en daar kijk ik regelmatig even naar.”
Susan: “Toen we dat bespraken werden echt wel persoonlijke dingen gedeeld hè, die we niet wisten van elkaar.”
Aan het eind van de eerste middag maakte iedereen een schild voor zichzelf. Hierop tekenden zij waar ze trots op waren, wat hun verbeterpunten waren en hoe ze herinnerd willen worden. Geen woorden. Alleen tekenen. Hoe diep ze gingen in wat ze tekenden verschilde per persoon. Maar iedereen haalde ’s avonds het schild tevoorschijn om deze toe te lichten. Dat leverde openhartige, persoonlijke en onverwachte gesprekken op.
Wat merk je nu nog van die training?
Lennert: “Ik denk wel dat we eerst te lief waren voor elkaar. Dat dingen niet altijd uitgesproken werden. Dat lieve is er wel af aan het gaan. Dat is positief. Dat we elkaar directer aanspreken op verantwoordelijkheden.”
Susan bevestigt: “Na elke opdracht gaven we elkaar feedback. Dat was gewoon open. Eerlijk benoemen wat je zag of voelde. Dat maakt het nu ook op kantoor makkelijker.”
Lennert: “Ja, we geven elkaar niet alleen vaker feedback, we vragen het ook meer. Je kunt prima tegen iemand zeggen wat je vindt, zonder oordeel of frustratie.”
Susan: “Ook persoonlijk ben ik wel veranderd. Voorheen nam ik dingen over als een collega iets lastig vond. Of deed ik zelf onderzoek om iemand te helpen. Ik heb geleerd om echt vertrouwen te geven en los te laten.”
Lennert: ”Laatst vertrok een projectleider, ik voelde dat ik zelf die rol wilde overnemen, terwijl ik daar eigenlijk geen tijd voor had. Dat zit in me. Ik regel het wel. Tijdens één opdracht in het bos hebben ze die valkuil er spot-on uitgehaald. Ik denk wel dat die training me hielp om dit keer iemand anders voor die rol te vragen.”
Susan: “Ook privé dacht ik terug aan de training. Ik was met mijn vriend op vakantie naar Japan, had hij ons naar de verkeerde trein geleid. Normaal zou ik meteen ingegrepen hebben, zelf de oplossing zoeken. Maar waarom zou ik? Natuurlijk kon hij ook zorgen dat het goed kwam. Dat was wel een besef-momentje.”
Lennert: “Leren delegeren, dat was onze belangrijkste les, denk je niet?”
Susan: “Ja, gek hè? Ik heb nu meer vertrouwen in mijn eigen team en in mezelf als leider. Voorheen nam ik vaak beslissingen omdat ik bang was dat het anders mis zou gaan. Nu vertrouw ik meer op de processen en de capaciteiten van anderen.”
Aan wie zou je de training aanbevelen?
Lennert: “Ik zou hem zelf nog wel een keer willen doen. Misschien nog langer, nog intensiever. Die gasten hadden in 5 minuten door hoe iedereen in de groep in elkaar steekt, wat ieders rol is in de groep en wat iedereen te leren heeft. En ze geven continu terug wat ze zien.”
Susan: “Met mijn eigen team zou ik dit ook wel interessant vinden. Het hoeven niet alleen managers en directeuren te zijn. Iedereen die de training doet, wordt er beter van.”
Lennert: “Ik kan me voorstellen dat het fysieke aspect afschrikt, maar daar houden ze rekening mee. Op dag één vertelde ik dat ik last heb van mijn achillespezen, dus toen we gingen rennen, kwam één trainer naast me lopen: ‘Pas je wel op?’
Susan: “Klopt, je moet diepgaan, maar ze houden wel rekening met je wat je aan kan.”
Lennert: “Ik zou tegen elk team zeggen: ga het gewoon doen. Laat het gebeuren. Het levert altijd wat op. Voor het team en voor jezelf.”
En dan tegen Susan: “Ben jij veranderd?”
Susan: “Als mens niet, maar ik ben me wel bewust geworden van bepaalde dingen, waardoor ik een prettiger leider kan zijn.”
Lennert: “Ik ook. Daarom zei ik aan het begin al ‘had ik die training maar eerder gevolgd…’”
Over de Training Effectief Leiderschap
Je bent met je team twee dagen in een compleet andere omgeving. Weg van de dagelijkse sleur, waar je wordt uitgedaagd om nieuwe doelen te stellen en je leiderschapskwaliteiten te versterken. Het is een intensieve, maar vooral waardevolle ervaring.
Geen saaie theorie in een klaslokaal, maar een actief programma. Je praat niet de hele dag, maar gaat fysiek en mentaal de confrontatie aan.
Ervaren trainers observeren jouw gedrag en dat van de groep. Ze geven je directe, persoonlijke feedback. Haal jij echt het beste uit jezelf? Hoe werk jij samen? Hoe enthousiasmeer, motiveer en stimuleer je anderen? Ze houden je een spiegel voor en voeren een eerlijk gesprek met jou over wie je werkelijk bent.
Je groeit gegarandeerd, zowel als mens als leider. Je zet stappen die je eerder niet voor mogelijk hield. Daar profiteer niet alleen jij van, maar ook je collega’s, je team(s) en je organisatie.
Wil jouw team samen betere leiders worden?
Neem contact met ons op voor meer informatie over de Training Effectief Leiderschap.
- Lees hier meer: Training Effectief Leiderschap (inclusief 2 filmpjes)